Koninginnenbrij en andere bestanddelen van de bijenkorf

Koninginnenbrij en andere bestanddelen van de bijenkorf
09/01/2024
Gelée royale et autres substances de la ruche

De producten van de bijenkorf worden sinds de antieke beschavingen geconsumeerd, maar hun eigenschappen zijn pas sinds enkele decennia erkend.

De Koninginnenbrij

Deze fantastische voeding geeft de koningin een 40 maal langere levensduur en een ongelofelijke productiviteit.

Gelée royale

Dit bestanddeel wordt afgescheiden door hypopharyngeale klier (ook wel voorste voedersapklier genoemd) en mandibulaire klieren door de werkbijen om uitsluitend één van hen te voeden die daarna koningin zal worden. De zeer snelle groei van de larve van de bijenkoningin en haar indrukwekkende levensduur hebben heel snel de interesse opgewekt van diegenen die haar hebben geobserveerd. De oplossing van het raadsel ligt in een brij met parelmoerachtige kleuren, waarmee de bijenkoningin exclusief gevoed wordt, en dit sinds ze een larve is.

Koninginnenbrij dient namelijk ook als voedsel voor alle larven uit de kolonie. Enkel diegenen die bestemd zijn om koningin te worden, krijgen er hun leven lang. Dit bestanddeel, afgescheiden door de werkbijen, werd ten gevolge van haar gebruik Koninginnenbrij of nog “bijenmelk” genoemd. Ze heeft een zoet- en zuurachtige smaak met een geleiachtige samenstelling.

Gelée royale

Koninginnenbrij bevat vooral water, eiwitten, suikers, maar ook vetten en mineralen en vitaminen, 10-HDA-vetzuren (10-hydroxydecaanzuur) en 10-H2DA (10-hydroxy-2-deceenzuur).
De koninginnenbrij bevat minimum 100 maal meer apalbumine dan honing. Uitsluitend gevoed met honing, dan wordt een larve een bij. Uitsluitend gevoed met koninginnenbrij, dan zal de larve koningin worden en 40 maal langer leven dan haar soortgenoten.

Het natuurlijke gehalte aan 10-HDA en apalbumine van de koninginnenbrij zorgt voor een goede kwaliteit.

Hoewel de producten van de bijenkorf sinds de antieke beschavingen geconsumeerd werden, zijn hun eigenschappen slechts sinds enkele decennia geïdentificeerd en erkend.

Propolis

Propolis

Etymologisch van het Grieks “pro” = vóór, aan de ingang en “polis” = stad.

Het gebruik van dit bestanddeel gaat terug tot 2 300 jaar en zijn grootste belang is zijn hoog gehalte aan flavonoïden (familie van polyfenolen). Dit harsachtige bestanddeel wordt verzameld voor de werkbijen op verschillende planten of op de schors van gewonde bomen, wanneer de nectar en stuifmeel nog weinig aanwezig zijn.

Groene propolis wordt door bijen geproduceerd die Baccharis dracunculifolia DC, gebruiken, een veelvoorkomende soort uit Brazilië.
Bruine propolis komt meestal voort uit knoppen van de Europese populieren. Hij wordt erkend als “natuurlijk schild” van de bijenkorf.

De antibacteriële activiteit van de propolis zorgt voor het behoud van de hygiëne van de bijenkorf. Propolis is dus bekend als zijnde het “natuurlijk schild” van de bijenkorf.

Hij wordt gebruikt om de interne wanden van de bijenkorf in te smeren en te beschermen, zijn structuur te verstevigen en de openingen van de bijenkorf te sluiten. Hij beschermt dus de “woning” van de bijen van externe agressies.

Honing

Vloeibaar en zoet, zacht en geurig, honing geniet van een eeuwenoude reputatie.

Honing wordt geproduceerd in de Aerodigestieve tractus van de bijen, op basis van de nectar van bloemen die ze inzamelen, veranderen, met geschikte stoffen combineren en in de was-alveolen opvangen die de bijenkorf vormt.
Honing voedt de bijen en wordt in de bijenkorf bewaard om als voedsel te dienen tijdens ongunstige seizoenen.

Miel

Honing is een complexe substantie die samengesteld is uit meer dan 180 elementen.

Hij is hoofdzakelijk samengesteld uit suikers, waarvan de belangrijkste fructose (38 %) en glucose (31 %) zijn, twee enkelvoudige suikers die geen enkele vertering nodig hebben vóór hun absorptie en die gemakkelijk en rechtstreeks door het lichaam opgenomen worden. Bovendien bestaat er een grote variëteit aan kleinere bestanddelen, met inbegrip van fenolzuren en flavonoïden, de enzymen glucose-oxidase en katalase, ascorbinezuur, carotenoïden, organische zuren, aminozuren, eiwitten en α-tocoferol en meer dan 30 minerale elementen (calcium, natrium, magnesium, kalium, koper, mangaan, chloor, ...).

Om een honingpot van 500 g te produceren, moeten de bijen meer dan 17 000 reizen doen en 8 700 000 bloesems bezoeken.

Manuka honing.

Het is een struik afkomstig uit Nieuw-Zeeland en Zuidoost-Australië. Zijn bladeren worden vaak voor kruidenthee gebruikt. Dit is waarom hij “Nieuw-Zeelandse tea tree” wordt genoemd. Naast zijn esthetische eigenschap is deze struik bekend om een bron van mono-florale honing met meerdere weldoende eigenschappen te zijn. Hij is gaandeweg bekend onder de naam “genezende honing”.

Pollen

Stuifmeel

Van het Grieks “palé”, wat meel of stof betekent, stuifmeel is het mannelijke zaad geproduceerd door meeldraden. Het stuifmeel dat door bijen verzameld wordt, wordt entomofilie genoemd, omdat hij dikker en zwaarder is dan anemofilie, meegevoerd door de wind. Entomofile stuifmeel kenmerkt 70 % van de plantaardige soorten. Daarom is de bij van uiterst belang aan de bestuiving.

De werkbijen van de bijenkorf kunnen tot 50 000 bolletjes stuifmeel per dag verzamelen (1 bij = 10 vluchten/dag = 200 bloemen), dus 400 g, maar enkel 20 % zal door de imker verzameld worden. De rest is voor hun voeding bestemd.

Door de bloemen te bezoeken om de nectar eruit de halen en daarna in honing veranderen, accumuleren bijeen het stuifmeel op hun achterste poten. Daarmee vormen ze kleine bolletjes die ze naar de bijenkorf brengen om als voedsel te gebruiken.

Stuifmeel is de enige bron van eiwit in de bijenkorf. Daardoor is stuifmeel een belangrijke bron van voeding voor de kolonie, ook “bijenbrood” genoemd.

Stuifmeel is in iedere bloem verschillend, maar de bij selecteert slechts 4 tot 7 bloemsoorten, ieder herkenbaar door de kleur van het bolletje. Ongeacht de soort die bezoekt wordt, het bevat gemiddeld 30-50 % koolhydraten, 1-10 % vetten, 14-30 % eiwitten en 5% vitaminen en mineralen.Stuifmeel versterkt het immuunsysteem vanwege het afweersysteem en zijn samenstelling. Het brengt vitaliteit en energie aan het organisme.

Egyptenaren spraken over stuifmeel als “stof die het leven geeft”.